Vijftien jaar geleden verliet Abuk samen met haar man en zoon Zuid-Sudan vanwege de honger. Door de oorlog was er geen voedsel en er waren weinig mogelijkheden in Zuid-Sudan. Ze migreerden naar Sudan, in een poging aan de honger te ontsnappen. Daar vonden ze werk op een boerderij waar ze sorghum en pinda's verbouwden en de opbrengst eerlijk verdeelden met de landeigenaar. Ze gebruikten de gewassen voor eigen consumptie en verdienden extra inkomen voor andere uitgaven. Abuk herinnert zich met trots haar Sudanese huis.
Er zijn veel dingen veranderd in de afgelopen vijf jaar. Eerst werd Abuks man ziek en overleed hij. Slechts twee jaar later werd ook haar zoon ziek en hij stierf. Abuk bleef achter met haar schoondochter en vier kleinkinderen.