Overslaan en naar de inhoud gaan
Marcy Sallor

Dagboek van een vluchteling

Wat als je van het ene op het andere moment álles achter moet laten? Wat als er geen plaats meer voor je is in je eigen land? Marcy Sallor, later ZOA-medewerker, is zeven jaar oud als in Liberia burgeroorlog uitbreekt. Het is het begin van zijn leven als vluchteling. Lees hier Marcy's dagboek - deel 2.

Dagboek van een vluchteling - deel 2

Koude nachten in een tent

Stel je voor dat je opgroeit in onzekerheid, zonder een eigen plek. Hoe ziet het leven van een vluchteling eruit? Een greep uit het dagboek van Marcy Sallor uit Liberia. Hij is zeven jaar als de burgeroorlog in zijn land uitbreekt. Lees hier deel 2.

Deel 2: 8 jaar

“Dag pap”, roep ik nog, als mijn vader vroeg de deur uit gaat. Hij hoort me niet. Hij is de laatste tijd zo moe en afwezig. Ik denk dat hij zich veel zorgen maakt. Iedere dag gaat hij de straat op om te bedelen. Dat past eigenlijk helemaal niet bij papa. In Liberia had hij een goede baan, en studeerde ook nog! Maar hoe moeten we anders aan geld komen voor wat eten? Iedereen hier op het platteland in Guinee kan z’n eigen grond bewerken. Maar die hebben wij niet. 

We hebben wel een eigen plekje gevonden. Het is eigenlijk veel te klein voor ons hele gezin, maar we zijn al lang blij dat niemand ons hier wegstuurt. Ik had nooit verwacht dat ik zo blij zou zijn met een piepklein huisje. Sterker nog, toen we pas vluchtten uit Liberia, was ik al blij met een tent! 

Een eigen tent. We voelden ons de koning te rijk, toen we een plekje kregen toegewezen in het vluchtelingenkamp dat UNCHR opzette. We snakten naar ruimte voor ons gezin, letterlijk en figuurlijk.  

Daarvoor hadden we dagenlang met een grote groep vluchtelingen op de grond gebivakkeerd, in de woonkamer van een vriendelijke Guineeër. In het nieuwe kamp kregen we een paar vierkante meter voor onszelf. En elke dag te eten. Hoe geweldig was dat! 

Kindsoldaten in Liberia

Maar de nachten in die tent… wat was het koud. Zó koud, dat mijn babybroertje ziek werd. “We moeten hier weg”, besloten mijn ouders. Maar waar naartoe? 

De Guineeërs waren goed voor ons. Vroeger trokken zij vaak naar Liberia, vanwege de armoede in hun land. Nu zijn de rollen omgedraaid. Een Guinese dame, aan wie we ooit koud water uit onze koelkast gegeven hadden, herkende ons. Ze offerde een kamer voor ons op in haar huis. Wat waren we dankbaar! 

Ik zou willen dat we bij haar hadden kunnen blijven. Maar helaas, dat ging niet. Dus trokken we verder Guinee in, naar het platteland.  

Hier wonen we nu alweer een paar maanden, of zijn het jaren? Gisteravond hoorde ik mijn ouders praten over Liberia. Ze zeiden dat er misschien vrede komt. Dat we misschien naar huis kunnen… Zou het echt zo zijn? 

Verder lezen? Lees hier deel 3 van Marcy's dagboek