Wat raakt je persoonlijk in het leed van mensen op de vlucht?
“De beelden op het journaal stompen je soms af. Maar juist door zo’n actie met ZOA en doordat je de persoonlijke verhalen van mensen in nood hoort, komt het leed sterk binnen. Wat daaraan bijgedragen heeft, zijn mijn projectbezoeken aan Uganda. Het raakt me wat ik daar zie en ik voel me enorm bevoorrecht. Dat probeer ik ook naar mijn eigen kinderen uit te dragen. Ik zeg dan wel eens: ‘Jongens, jullie vinden dit allemaal normaal, maar dat is het niet. Jullie zijn echt enorm bevoorrecht dat jullie zo kunnen opgroeien.’ We kunnen ons soms druk maken om allerlei dingen, maar dat kun je relativeren als je het in een breder perspectief zet en ziet hoe (veel) minder goed andere mensen het hebben.”
Speelt je geloof daarin een rol?
“Door te werken in het onderwijs mag je een steentje bijdragen in het opleiden van volgende generaties, maar je mag ze ook iets van het Woord van God meegeven. Die diepere laag geeft echt een meerwaarde aan mijn werk. Daar kom ik mijn bed voor uit. De meerwaarde van in actie komen voor ZOA, is dat we een stukje bewustwording bij leerlingen willen creëren. Namelijk dat ze bevoorrecht zijn door hier in Nederland op te groeien met zo’n goed opleidingssysteem. Ze mopperen weleens dat ze geen zin hebben om naar school te gaan. Maar in Uganda bijvoorbeeld, willen ze graag naar school en kunnen ze het niet. Om dat verschil eens te ervaren, is denk ik heel leerzaam. We geven door dat je niet alleen voor jezelf leeft. De Heere Jezus zag ook om naar de kwetsbaren. Er zijn voor een ander is gewoon een christelijke opdracht.”