Overslaan en naar de inhoud gaan

Een positief kind - ondanks het leven op de vlucht

Hij was zeven jaar oud toen de burgeroorlog in zijn land uitbrak. ZOA medewerker Marcy Sallor uit Liberia moest tot drie keer toe halsoverkop vluchten met zijn ouders. Marcy bleef positief, ondanks alles. Nu zet hij zich in voor kinderen in zijn land die opgroeien met trauma’s in armoede.

ZOA-medewerker groeide op als kindvluchteling

‘Plezier maken is essentieel voor kinderen op de vlucht’

Lekker spelen en plezier maken in een vluchtelingenkamp. Het is essentieel, stelt Marcy Sallor. Hij groeide op als kind vluchteling tijdens de vijftien jaar durende burgeroorlog in Liberia. “Het is zo belangrijk voor kinderen om het beste uit elke dag te halen. Dat geeft hoop voor morgen.”

“Toen we aankwamen in Guinee was er helemaal niets”, vertelt Marcy Sallor (39) uit Liberia. “Geen plek om te slapen en geen toilet. We lagen met twintig mensen op de grond in de woonkamer van een Guinese familie. Na een paar dagen begon het erg te stinken. We kregen ontzettende honger. Het was een groot drama.”

Marcy groeide op in een gezin met acht kinderen. Hij was zeven jaar oud toen de Liberiaanse burgeroorlog uitbrak; zijn jongste broertje pasgeboren. Van de één op de andere dag veranderde hun tot dan toe vredige bestaan in het zuidoosten van Liberia. Het gezin was daar vanuit het zuidwesten naartoe verhuisd vanwege de studie van zijn vader aan het African Bible College.

Precies daar, in de provincie Nimba, begon een rebellenleger in december 1989 een opstand tegen de regering van president Samuel Doe. Het was het begin van een bloedige burgeroorlog die vijftien jaar duurde.

Marcy Sallor

Radeloos

“We besloten niet te wachten tot de rebellen bij ons kwamen”, vertelt Marcy. “We zijn meteen op de vlucht geslagen naar buurland Guinee. Het ging allemaal zo snel. Er waren zelfs kinderen die zonder hun ouders met andere mensen mee zijn weggevlucht.”

Na een paar dagen op de grond te hebben gebivakkeerd in de woonkamer van een vriendelijke Guineeër, kwam UNCHR om een kamp op te zetten. “Daar konden we slapen en kregen we eten. Maar ’s nachts werd het zo koud, dat mijn babybroertje ziek werd. Mijn ouders waren radeloos.”

Guineeërs, die voorheen vanwege de armoede in hun land vaak naar Liberia trokken, ontfermden zich nu over de Liberiaanse vluchtelingen. “Eén Guinese dame herkende ons”, vertelt Marcy. “Ze herinnerde zich dat we haar ooit koud water uit onze koelkast hadden gegeven. Dat was bijzonder, want meestal werden Guineeërs weggestuurd. Ze nodigde ons uit om in haar huis te komen en gaf een kamer voor ons op. We waren ontzettend dankbaar.”

Bedelaar

Het vluchtelingenleven viel de familie zwaar. Na een tijdje trok het gezin verder Guinee in en vond een eigen onderkomen. Maar hoe kom je aan eten op het platteland, als je zelf geen grond te bewerken hebt? En geen hout om op te koken? “Mijn vader werd een bedelaar”, verzucht Marcy.

Vredesonderhandelingen, gevolgd door een staakt-het-vuren, zorgden in 1993 voor enige rust in Liberia. De familie Sallor besloot terug te keren, om hun leven opnieuw op te bouwen. “Ons huis was geplunderd, maar niet afgebrand.”

Er kwam weinig van een nieuwe start terecht. Slechts een paar maanden later laaide het geweld weer op. Marcy zag gruwelijke dingen voor zijn ogen gebeuren. Mensen in zijn omgeving werden mishandeld en vermoord.

De familie sloeg opnieuw op de vlucht – nu naar een ander deel van Guinee, zonder vader Sallor. Die bleef achter in de hoop een inkomen te kunnen blijven genereren. Marcy, intussen tien jaar oud, begon op straat cassave te verkopen. Vanuit Guinee trok de familie verder naar Ivoorkust.

“Met mijn broers trok ik de bossen in om brandhout te zoeken, zodat we konden koken”, herinnert hij zich. “We liepen dan 5 kilometer met boomstammen die groter waren dan ons eigen lijf. Vlak voordat we thuis kwamen, waren er vaak mensen die ze van ons afpakten, omdat we niet in het bos mochten komen. Het leven daar als vluchteling was echt ondraaglijk.”

Antwoorden op vragen

Toen de eerste burgeroorlog in Liberia ten einde leek, keerde het gezin weer terug. Een paar jaar woonden ze in de provincie Maryland, tot de tweede burgeroorlog begon. Voor de derde keer in zijn jonge leven moest Marcy alles achterlaten om veiligheid te zoeken in een ander land – ditmaal Ghana.

De familie kwam terecht in een vluchtelingenkamp. Marcy, nu twintiger, trok zich daar het lot van de kinderen aan. “Ik wist precies waar zij doorheen gingen. Het leven is zo onzeker als kind op de vlucht. Je kunt vaak niet naar school. En je begrijpt niet waarom je in zo’n situatie zit.”

Het is daarom belangrijk dat kinderen op de vlucht antwoorden krijgen op hun vragen, stelt hij. “Het is niet de schuld van hun ouders. Ze zijn door de oorlog gedwongen. Door te vluchten hebben ouders juist kunnen voorkomen dat hun kinderen vermoord of verminkt werden.”

Het begrijpen van de situatie helpt kinderen volgens Marcy het beste uit elke dag te halen. Na het lezen van het boek ‘Raising Positive Kids in a Negative World’ van Zig Ziglar, besloot hij een programma op te zetten voor de kinderen in het Ghanese vluchtelingenkamp waar hij verbleef. Wat begon met sport, spelletjes en wat wiskundelessen voor een handjevol kleintjes, groeide uit tot een uitgebreid weekendprogramma voor zo’n 150 kinderen.

“Ik leerde ze om positief te blijven, ondanks de omstandigheden waar ze in zitten. Kunnen spelen en plezier maken is essentieel voor kinderen om hoop te houden voor wat morgen komt. Voor mij waren Daniël en Jozef uit de Bijbel altijd een voorbeeld. Ze zaten in ballingschap, maar bleven positief. En zo hielden ze hoop voor de toekomst.”

Hoop voor de toekomst

Na vijftien jaar kwam er een einde aan de burgeroorlog in Liberia. Vijftien jaar waarin Marcy opgroeide van zevenjarige jongen tot 22-jarige man. Vijftien jaar waarin hij tot drie keer toe zijn thuis achterliet en naar een onbekend land trok met zijn ouders.

In 2008 keerde hij definitief terug naar Liberia, waar hij nu een school runt voor zo’n 200 kinderen met trauma’s die in armoede leven. In het weekend biedt hij onder de naam ‘Liberian Hope’ activiteiten aan voor minder bedeelde kinderen. Dat doet Marcy allemaal naast zijn werk voor ZOA als Monitoring- and Evaluation Officer.

ZOA werkt in Liberia aan vredesopbouw met community based sociotherapie. “Dit is een hele goede aanpak”, vindt Marcy. “Het zorgt ervoor dat mensen met elkaar in gesprek gaan. Gemeenschappen die tegenover elkaar staan, komen weer samen. Ik ben dankbaar dat ik hieraan mee mag werken. Het geeft me hoop voor de toekomst van kinderen in Liberia.”

Foto's: Margreet Noordhof, Marcy Sallor

Wil je er samen met ons zijn voor kinderen op de vlucht? School is voor hen een veilige plek en ze kunnen er weer kind zijn. Bovendien kunnen ze er bouwen aan hun toekomst. Help je mee?

Ja, ik help gevluchte kinderen met onderwijs

Voor €25 is bijvoorbeeld het schoolgeld voor één kind voor een heel jaar betaald.