Overslaan en naar de inhoud gaan
Halefom Kifle in Tigray

‘Ik weet niet waar mijn ouders zijn’

Halsoverkop moest de elfjarige Halefom Kifle in november vorig jaar zijn huis verlaten, toen in de achtertuin een bom insloeg. Sindsdien verblijft hij in een vluchtelingenkamp, zo’n honderd kilometer verderop in de Ethiopische regio Tigray. Acht maanden later weet hij nog altijd niet waar zijn ouders zijn.

Halefom (11) vluchtte zonder zijn ouders

‘Ik zag onderweg overal lijken liggen’

Stil en gebroken vertelt Halefom Kifle zijn verhaal. De elfjarige jongen is één van de vele slachtoffers van het recente conflict in Tigray. Twee jaar lang was de Ethiopische regio afgesloten van de buitenwereld, terwijl zich daar een gruwelijke humanitaire crisis voordeed. Halefom sloeg halsoverkop op de vlucht – alleen. “Ik weet niet waar mijn ouders zijn.”

Apathisch staart Halefom voor zich uit, terwijl hij op een matrasje zit in een voormalig schoolgebouw. De vloer in het klaslokaal ligt bezaaid met matrassen. Matrassen waarop leeftijdgenoten van Halefom slapen, nu al acht maanden lang. “Ik heb helemaal niets meer”, zegt hij. “Geen eten, geen kleding en geen schoenen. Ik ben dankbaar voor de hulp die ik hier krijg. Maar de meeste dagen voel ik me erg verdrietig.”

Halefom wendt zijn hoofd af, wanneer hij probeert te vertellen over die ene dag vorig najaar. Die dag waarop zijn leven voorgoed veranderde. “Ik was buiten aan het spelen, bij ons huis”, zegt hij, aarzelend. “Ik woonde met mijn familie in Nebelet. We hadden het goed thuis. Mijn ouders maakten koffie en ik speelde buiten met mijn vriendjes.”

Plotseling werd er geschoten. Een bom kwam neer in de achtertuin. Halefom rende weg met zijn vriendjes. “Er was geen tijd om mijn ouders op te zoeken”, vertelt hij. “We renden en renden. Tot we niet meer konden. Een tiener in onze groep leidde de weg. Hij werd bijna neergeschoten, maar wist toch te ontkomen.”

Via een kloof in de bergen bereikten ze Mugulat, waar ze twee dagen in een school onderdak kregen. “Daar moesten we weer weg”, vertelt hij. “Dus liepen we door, totdat we in dit kamp in Adigrat aankwamen.”

Halefom in Tigray

Tijdens de eerste nacht in het kamp werd hij erg bang, vanwege een rondlopende hyena. “Maar nu voel ik me hier wel veilig.” Vaak ligt hij wakker, door de nare herinneringen aan de lange tocht vanaf zijn woonplaats. “Ik zag onderweg overal lijken liggen op de grond.”

Zijn grootste wens is te weten of zijn ouders nog leven – en met hen herenigd te worden. “Ik heb geen enkele informatie over hen. Ik mis ze zo.”

‘Tigray’ was een van de bloedigste conflicten van onze tijd. Honderdduizenden mensen zijn omgekomen, miljoenen zijn gevlucht voor geweld, plundering, verkrachting en moord. ZOA is er om te troosten en te helpen. Help je mee met een gift?

Doneer en help mensen die alles kwijt zijn

De nood in Tigray is enorm. Er is veel voedsel, water en onderdak nodig. Dankzij jouw gift kunnen we naast mensen staan in Tigray en andere crisisgebieden wereldwijd. Je kunt ook als kerk of bedrijf doneren.