Opnieuw verschijnt een engel aan Jozef, met de boodschap dat het jonge gezin zo snel mogelijk moet vluchten. Ze zijn hun leven niet veilig voor Herodes, die inderdaad kort daarna dood en verderf zal zaaien in en rond Bethlehem. Alle jongetjes van 2 jaar en jonger worden omgebracht. Probeer je dat voor te stellen. Zoveel geweld, zoveel verdriet. Hoe een machtig man over lijken gaat om zijn eigen positie veilig te stellen. En helaas is het niet moeilijk om vandaag de naam Herodes te vervangen door andere namen. Zoveel geweld, zoveel verdriet.
Is er plaats voor de vreemdeling?
Miljoenen mensen zijn op de vlucht. Zij hebben geen thuis, geen plek waar ze veilig zijn. Theologe Elly Urban is Hoofd Programma’s bij ZOA en is bewogen met hen die geen plaats hebben. Ze schrijft daarover in deze vierde column: ‘Jezus als vluchteling. Het is weer zo’n wonderlijke wending in het kerstverhaal.’
23 december 2022
het kerstverhaal, een wonderlijke wending
Jezus als vluchteling
Het kerstverhaal lijkt idyllisch te eindigen. Herders en schapen, prachtig engelengezang. Magiërs uit het Oosten met kostbare geschenken voor een kindje waarin ze een koning herkennen, een ster die de weg wijst. Het is het Kerstverhaal van de mooie plaatjes, de kerststalletjes met lichtjes en muziek. In het evangelie van Matteüs krijgt dat verhaal een gruwelijke wending.
Jozef, Maria en Jezus vluchten in het holst van de nacht naar Egypte. Hun leven is niet meer veilig, voor hen is voorlopig geen plaats. Jezus als vluchteling. Het is weer zo’n wonderlijke wending in het kerstverhaal. De ene dag wordt hij vereerd als Koning, de volgende dag is hij zijn leven niet zeker. Een vluchtelingenkind wordt hij, afhankelijk van zijn ouders en van de gastvrijheid van anderen.
‘Ik was een vreemdeling en jullie namen mij op’ zegt Jezus in het verhaal over de komst van de Mensenzoon, Matteüs 25. Het gezicht van Jezus wordt zichtbaar in het gezicht van ieder kwetsbaar mens. In het gezicht van de vreemdeling, de vluchteling. ‘Wat je gedaan hebt voor een van de onaanzienlijksten van mijn broeders of zusters, dat heb je voor mij gedaan’. Dat volgend jaar een jaar mag zijn waarin we gastvrij zijn en liefde tonen, waarin we plaats maken.