Overslaan en naar de inhoud gaan

Marlyn in Colombia: “Ik gaf mijn eigen eten aan mijn kinderen”

“Meestal was er niet genoeg eten. Ik gaf vaak mijn eigen maaltijd aan mijn drie kleine kinderen, zodat ze in elk geval nog iets zouden eten”, vertelt Marlyn Barguillas (35) uit Colombia. Als alleenstaande moeder vluchtte ze met haar gezin naar Colombia, weg uit Venezuela. Ze is een van de miljoenen mensen op de vlucht in dit Zuid-Amerikaanse land.

In Colombia is er ongekend veel armoede. Het land staat bekend om zijn prachtige regenwoud, kleurrijke dorpjes en hoge palmbomen. Maar er is ook een andere, schrijnende werkelijkheid. Door de burgeroorlog zijn bijna 7,6 miljoen mensen ontheemd, het hoogste aantal wereldwijd. Ongeveer een derde van de bevolking leeft onder de armoedegrens. Intussen zijn een miljoen Venezolanen de grens overgestoken. Zij zijn de zeer zware politieke en economische crisis in hun eigen land ontvlucht. Velen reizen door naar Ecuador, Peru en Chili, maar het overgrote deel blijft in Colombia. Daar leven ze onder moeilijke omstandigheden. Vaak is het onderweg onveilig. De vele vluchtelingen zijn kwetsbaar voor mensenhandelaars en drugsdealers. Ze hebben naast bescherming dringend water, voedsel en gezondheidszorg nodig.

Ook de familie van Wendy Yurani Balboa stak de grens over met Colombia. “De omstandigheden waren heel zwaar. Het enige voedsel dat we ons onderweg konden veroorloven was rijst. Dat aten we dagenlang. Aan mijn zoon kon ik één keer in de week een stukje kip of ander vlees geven. Een enkele keer was er brood en panela (soort suikerwater). Meer konden we gewoonweg niet betalen.”

Wat doet ZOA?

ZOA werkt met name in de grensgebieden Arauca en La Guajira, in het noordoosten van Colombia. We zetten vooral in op water en sanitaire voorzieningen onder vluchtelingen. Ook worden elke maand 25.000 voedselpakketten verstrekt aan de getroffen bevolking in deze gebieden, die zwaar lijden onder de constante stroom vluchtelingen. Ook worden elektronische vouchers met een vast bedrag erop verstrekt aan vluchtelingen op doorreis. Die kunnen zij op vastgestelde plekken inwisselen voor de eerste levensbehoeften. Zo helpen we vluchtelingen om hun grootste nood te lenigen, maar wordt ook de lokale economie gestimuleerd.

Marlyn: “De elektronische card is werkelijk een uitkomst. We kunnen hiermee diverse soorten fruit en groenten kopen, maar het hoeft niet in één keer, en dat is heel praktisch als je moet reizen. We kunnen ons eten op verschillende plekken onderweg kopen. Weet je wat ook fijn is? Waar we ook komen, ze behandelen ons met respect. Ik ben hier erg dankbaar voor.”

Wendy vertelt: “Met deze elektronische card kunnen we in voedsel variëren. We kunnen bijvoorbeeld eieren kopen, die we niet onze rugzak hoeven mee te nemen. En onze kinderen drinken nu geen suikerwater meer, maar bijvoorbeeld melk, veel gezonder. Ik heb geen woorden voor onze dankbaarheid. Ik hoop dat veel meer mensen in nood geholpen kunnen worden!”