Je zou niet vermoeden dat achter haar extraverte persoonlijkheid, een intens gemis verscholen zit. Maar zodra je haar vraagt naar haar vlucht uit Myanmar, verdwijnt haar glimlach. Op een monotone manier vertelt ze over de dood van haar familie.
Samen met haar vader, moeder, oma en broertjes en zusjes ontsnapte Nasima aan de massamoord in hun dorp. Aangekomen bij de rivier probeerden ze per boot weg te komen. Samen met zo’n zeventig anderen kroop ook haar gezin op de boot en ze voeren weg. Maar ze kwamen nooit op de bestemming aan…
Halverwege de reis kapseisde de boot en bijna iedereen verdronk. Nasima worstelde om te blijven drijven, ze pakte alle brokstukken die ze kon vinden, maar alles leek te zinken. Uiteindelijk vond ze iets wat bleef drijven. Opgelucht hield ze zich stevig vast, tot ze zich realiseerde dat haar ‘vlot’ geen brokstuk was, maar een drijvend lichaam.