Kees-Jan: "We zijn vanaf de allereerste week dat de oorlog begon, actief in Oekraïne. Onder andere in het grensgebied met Slowakije, waar enorm veel ontheemden zitten. Dat waren er eerst een half miljoen, maar nu nog steeds zo'n 300.000 mensen."
"Je merkt daar dat de oorlog echt lang begint te duren. De mensen zijn hier ontzettend gastvrij geweest en hebben de ontheemden als broeders ontvangen, wat echt te prijzen is. Maar je merkt dat het een project van lange adem begint te worden. De ontheemden leggen grote druk op alle voorzieningen, huizen en de arbeidsmarkt. Ook werden er tijdens de vakantie veel mensen opgevangen in scholen, maar nu de scholen weer begonnen zijn is er nog grotere woningnood."