Als Vera eind november met haar collega’s in Aleppo belt, hoort ze het al: dit is goed mis. Op de achtergrond en tussen de woorden door overstemmen geweerschoten het gesprek. Ineens gaat alles heel snel. HTS rukt op en neemt Aleppo binnen 24 uur in. Angst voelt Vera dan nog niet, zelfs niet wanneer HTS een paar dagen later Hama inneemt. “Die stad is drie uur verwijderd van Damascus. Het voelde niet realistisch dat ze Damascus zouden innemen.” Maar als ze kijkt naar haar collega’s, ziet ze wat anders. “Op hun gezichten was de spanning en angst te lezen. Mensen waren gestrest en een aantal moest zelfs huilen. Toch had ik niet het gevoel dat ik moest vertrekken. Ik wilde bij het team blijven.”
Een dag later hoort ze via de telefoon over gevechten in de buitenwijken van Damascus en besluit ze toch te vertrekken naar Beiroet, de hoofdstad van Libanon. “Je weet immers niet of er strijd gaat komen en hoelang dat dan gaat duren.” Honderden belletjes en berichten gaan vooraf aan de evacuatie. “Taxibedrijven hadden geen auto’s over en bij de grens stond alles vast.” Uiteindelijk vinden ze een busje dat Vera en haar man een paar honderd meter voor de grens met Libanon afzet.