Overslaan en naar de inhoud gaan

'Syriërs zijn enorm veerkrachtig en vastberaden om door te gaan'

Vera Djabali (31), ZOA-landendirecteur in Syrië, woont samen met haar Libanese man Mo en hun hond Kai in Damascus. Ze kent de sfeer in de stad goed. Hoe is het nu, een half jaar na de machtsovername door Hayat Tahrir al-Sham (HTS)? “Damascus voelt nog steeds als mijn stad, maar toch is alles anders. Assad was overal: posters en vlaggen op elke straathoek, steunbetuigingen en graffiti. Nu is dat allemaal weg.” 

Doneer nu

Als Vera eind november met haar collega’s in Aleppo belt, hoort ze het al: dit is goed mis. Op de achtergrond en tussen de woorden door overstemmen geweerschoten het gesprek. Ineens gaat alles heel snel. HTS rukt op en neemt Aleppo binnen 24 uur in. Angst voelt Vera dan nog niet, zelfs niet wanneer HTS een paar dagen later Hama inneemt. “Die stad is drie uur verwijderd van Damascus. Het voelde niet realistisch dat ze Damascus zouden innemen.” Maar als ze kijkt naar haar collega’s, ziet ze wat anders. “Op hun gezichten was de spanning en angst te lezen. Mensen waren gestrest en een aantal moest zelfs huilen. Toch had ik niet het gevoel dat ik moest vertrekken. Ik wilde bij het team blijven.” 

Een dag later hoort ze via de telefoon over gevechten in de buitenwijken van Damascus en besluit ze toch te vertrekken naar Beiroet, de hoofdstad van Libanon. “Je weet immers niet of er strijd gaat komen en hoelang dat dan gaat duren.” Honderden belletjes en berichten gaan vooraf aan de evacuatie. “Taxibedrijven hadden geen auto’s over en bij de grens stond alles vast.” Uiteindelijk vinden ze een busje dat Vera en haar man een paar honderd meter voor de grens met Libanon afzet.

Eindelijk vrij 

Na een nacht van weinig slaap, staat ze die ochtend op in het appartement van haar schoonfamilie in Achrafieh, een centrale wijk in Beiroet, met beelden van haar collega’s uit Syrië op haar telefoon. Beelden die later de wereld overgaan. Duizenden blije mensen vieren feest op het centrale plein in Damascus, want Assad heeft het land verlaten. Een mix van emoties overvalt haar. Gister stond ze er zelf nog en nu is ze in Beiroet, dichtbij en toch ver weg. Op dat moment overheerst blijheid voor de Syriërs. “Dit markeert zo’n belangrijk moment in de Syrische geschiedenis. Na vijftig jaar onder de dictatuur van Assad te hebben geleden, zijn ze vrij.” 

Stad in transitie 

Begin januari keert Vera terug naar Damascus. Ze steekt de grens over en treft een stad in transitie aan: meer buitenlandse producten in de winkels, minder checkpoints, maar ook meer criminaliteit. “Damascus was een veilige stad doordat de geheime politie overal was. Nu horen we over berovingen en andere inbraken.”  

Daarnaast speelt politieke onzekerheid een grote rol in het dagelijks leven van Vera en het ZOA-team in Syrië. “Er zijn zorgen over de nieuwe autoriteiten, over hoe de internationale gemeenschap zich zal opstellen, over sancties en de rol en invloed van andere landen in het opbouwen van Syrië.  Verder voelen sommige minderheidsgroepen zich kwetsbaar, terwijl anderen juist meer ademruimte ervaren. Tegelijkertijd blijven de basisproblemen bestaan: slechte watervoorziening, weinig Syrische ponden op de markt, lange wachtrijen voor de bank en weinig elektriciteit.” 

Noodhulp en wederopbouw 

Vera stuurt het team van ZOA in Syrië aan. Hun welzijn is absolute prioriteit voor haar. Naar hen luisteren en samen de gebeurtenissen een plekje geven, vindt Vera enorm belangrijk. “Onze collega’s hebben intense dingen meegemaakt. Je merkt aan hen dat ze persoonlijk geraakt zijn door de veranderingen in het land. Voor het eerst in jaren wordt op kantoor openlijk over politiek en de toekomst gesproken.” 

 

Tegelijk zien zij dat de noden in het land hoog zijn. ZOA-medewerkers deelden daarom in de afgelopen wintermaanden kacheltjes en de biobrandstof olijfpulp uit aan mensen in diepe armoede. Bijvoorbeeld aan Qadma Hassan. Qadma houdt aan het einde van de maand te weinig geld over voor basisvoorzieningen en net als veel anderen heeft ze hulp hard nodig. “Voor haar is alles veel duurder geworden”, vertelt Vera. “Ze kan geen jas voor haar zoon kopen, maar ook gas, brood of benzine zijn te duur.” 

Naast die noodhulp aan mensen in diepe armoede, ziet Vera ook een nieuwe kans: de wederopbouw van het land. “Zo kunnen we nu bijvoorbeeld helpen met het herstel van kapotte huizen of de infrastructuur. Daar waren eerder weinig mogelijkheden voor. Dat dit nu wel kan, is heel fijn. De mensen hier verdienen het om hun leven te kunnen opbouwen.”

Wat de toekomst brengt, is nog onduidelijk. Maar Vera is hoopvol. “Ik zie een enorme veerkracht en vastberadenheid om verder te gaan, die winnen het van de onzekerheid. Niet alleen bij het ZOA-team, maar bij alle Syriërs. Dat raakt me en motiveert me om hier te blijven werken en door te gaan.”  

Doneer en help mensen in Syrië en andere crisisgebieden