Vluchtelingenkamp
Twee jaar geleden moest Tin Win met haar gezin vluchten voor het geweld dat losbrak in haar dorp. Sindsdien woont ze in een vluchtelingenkamp. “Behalve voor mijn vijf kinderen zorg ik ook voor de twee kinderen van mijn zus, die ziek werd en overleed. Mijn oudste kind is 13 jaar en mijn jongste 18 maanden. Mijn man probeert als dagloner wat te werken, maar er is weinig werk. Het lukt hem vaak slechts twee of drie dagen per maand te werken, en daarmee verdient hij heel weinig.”
Voedselhulp
In het vluchtelingenkamp is geen werk en daarom maakt Tin Win zich elke dag zorgen of er wel genoeg eten is voor haar grote gezin. “We zijn blij met de voedselhulp die we van ZOA krijgen in het kamp, maar de hulp is helaas niet genoeg voor grote gezinnen als die van ons. Vaak sla ik de maaltijd over, zodat ik mijn kinderen wel te eten kan geven. Ook is er niet genoeg drinkwater. Inmiddels hebben we van ZOA geleerd welke voedingsstoffen we nodig hebben om gezond te blijven. Nu hopen we dat we meer voedsel en drinkwater krijgen. Dat hoop ik niet alleen voor mijn eigen gezin, maar voor alle gezinnen in het kamp.”