Als klein meisje was ze al geïntrigeerd door verhalen over kwetsbare mensen in verre landen. Desirée van Kooten kreeg naar eigen zeggen “een open blik naar de wereld” met de paplepel ingegoten. “Mijn vader werkte in de zeevaart en reisde veel”, vertelt ze. “Hij ging naar interessante landen, zoals Jemen en Angola, en vertelde boeiende verhalen. Mijn interesse voor wat er in de wereld gebeurt, werd daarmee aangewakkerd.”
Op haar achttiende mocht Desirée zelf op reis. “Eindelijk”, herinnert ze zich. “Het was een droom die uitkwam.” In de zomer ging ze met zendingsorganisatie Jeugd met een Opdracht naar Rwanda. “Die trip gaf me beeld bij de verhalen uit mijn jeugd. Het maakte me bewust van wat er is. Dat mensen echt anders leven dan hier. Dat al die luxe hier niet per se iets toevoegt. Het was één grote eyeopener.”