Overslaan en naar de inhoud gaan
Kinderen op school in Uganda

Weer naar school in Uganda

Twee jaar lang kregen ze niet of nauwelijks les. Kinderen in Uganda, waaronder veel vluchtelingen uit Zuid-Sudan en Congo, kunnen sinds januari weer naar school. ZOA helpt hen de draad weer op te pakken.

ZOA ondersteunt onderwijs in Uganda

Bij de les – ook op de vlucht

Ze zijn uit armoede aan het werk gegaan, zwanger geraakt of hebben een ernstige leerachterstand. Kinderen in Uganda konden bijna twee jaar niet naar school, vanwege de coronamaatregelen in het land. Begin dit jaar openden scholen de deuren weer. ZOA zet alles op alles om kinderen tot twaalf jaar weer bij de les te krijgen.

Hoe groot de impact precies van de schoolsluiting is geweest, wordt verder onderzocht. Maar één ding is zeker: er gaan dit jaar minder kinderen naar school in Uganda dan voor de coronapandemie. De 22 maanden durende schoolsluiting heeft een grote negatieve invloed gehad op het onderwijs niveau van kinderen.

Veel kinderen zijn gestopt met school, omdat ze vanwege de armoede in hun familie geld moeten verdienen. Anderen zijn op jonge leeftijd uitgehuwelijkt. Ook raakten veel tienermeisjes zwanger. Het misbruik van kinderen is toegenomen.

Kinderen op de vlucht werden dubbel geraakt: zij konden vaak ook al niet naar school toen ze hun thuisland ontvluchtten. In de gemeenschappen waar ze terechtkwamen, stond voor de coronapandemie het onderwijs onder druk, met te weinig mensen en middelen om alle vluchteling kinderen op te kunnen nemen.

Juist die zijn er veel in Uganda: het land telt bijna 1,5 miljoen vluchtelingen, met name uit Zuid-Sudan en de Democratische Republiek Congo. Maar liefst 59 procent van hen is jonger dan achttien jaar.

Kinderen in Uganda krijgen les in kleine groepjes

Kleine groepjes

“Het is geen gemakkelijke herstart van het onderwijs in januari dit jaar geweest”, vertelt Ellen Stamhuis van ZOA in Uganda. “Lang niet alle kinderen die voor de coronapandemie naar school gingen, zijn terug. Degenen die wel weer les krijgen, hebben grote achterstanden in te halen. Dat is voor veel kinderen moeilijk.”

Tijdens de lockdown ondersteunde ZOA leerkrachten bij het aanbieden van flexibel onderwijs, zoals lessen via de radio of onderwijs in kleine groepjes gericht op een aantal vakken. ZOA gaf leerkrachten fietsen, zodat ze regelmatig gemakkelijk kleine groepjes kinderen konden bezoeken, als aanvulling op de dagelijkse radio-lessen en het thuiswerk. “Gelukkig konden we op deze manier heel wat kinderen bereiken”, zegt Ellen.

Andere uitdaging

Naast de problemen veroorzaakt door de coronapandemie kampt het onderwijs in Uganda nog met een andere uitdaging. De leesvaardigheid van de kinderen in het land is afgenomen; zeker ook onder kind vluchtelingen en Ugandese kinderen in gemeenschappen waar vluchtelingen worden opgenomen.

Voor die groepen kinderen heeft de Ugandese regering een speciaal plan bedacht: het Education Response Plan (ERP) for Refugee and Host Communities. Het plan kent goede vooruitgang: in een paar jaar tijd is het percentage kind vluchtelingen dat naar school gaat, gestegen van 50 naar 80 procent. Naar verwachting zullen dit jaar ook meer kinderen voor hun eindtest van de basisschool slagen.

Kinderen in Uganda krijgen les in kleine groepjes

ZOA draagt bij aan de uitvoering van dit overheidsplan, met drie onderwijsprojecten. Eén ervan draait in het noordoostelijke district Amudat, één van de armste gebieden in Uganda met veel analfabetisme. “We zijn daar sinds 2019 met financiering van Stichting Pharus bezig om het onderwijs toegankelijk te maken voor meer kinderen, en de kwaliteit te vergroten”, vertelt Ellen.

‘Education Cannot Wait’ (onderwijs kan niet wachten) is de naam van het onderwijsprogramma dat ZOA samen met andere organisaties in een consortium uitvoert in de regio West Nijl, vlakbij Zuid Soedan en DR Congo. Hier wonen veel vluchtelingen. Vijftien basisscholen in dit gebied krijgen ondersteuning voor de lessen aan zowel Ugandese als vluchteling kinderen.

Fonetisch onderwijs

In hetzelfde gebied West Nijl werkt ZOA, met steun van het Nederlandse Driestar college, aan een project waarin kinderen op een andere manier leren lezen: fonetisch. Met deze methode, genaamd ‘Fun of Phonics’, leren kinderen eerst de klanken van letters herkennen. Vervolgens voegen ze de klanken samen om woorden te lezen en schrijven. Vooral bij het leren van Engels werkt dit goed: de taal kent 26 letters, 44 hoofd klanken en meer dan honderd manieren om die te schrijven.

“De verwachting is dat dit project bijdraagt aan de taalvaardigheid van 13.629 kinderen in de eerste drie klassen van de basisschool”, vertelt Ellen. Van deze kinderen is 68 procent vluchteling en 32 procent Ugandees. “Tegelijk worden negentig leerkrachten ondersteund met dit project.”

Kinderen in Uganda krijgen les in kleine groepjes

Het is niet eenvoudig om kinderen in Uganda, vluchteling of niet, met goed onderwijs te bereiken. “Het aantal kinderen per school is groot”, zegt Ellen. “Er is ook een gebrek aan goed lesmateriaal en ondersteuning van kwetsbare kinderen, bijvoorbeeld met een beperking.” Toch is ze hoopvol. “Alle betrokkenen werken hard om het basis onderwijs in Uganda te verbeteren. De projecten van ZOA dragen daar zeker aan bij.”

Wil je er samen met ons zijn voor kinderen op de vlucht? School is voor hen een veilige plek en ze kunnen er weer kind zijn. Bovendien kunnen ze er bouwen aan hun toekomst. Help je mee?

Ja, ik help gevluchte kinderen met onderwijs

Voor €25 is bijvoorbeeld het schoolgeld voor één kind voor een heel jaar betaald.