Overslaan en naar de inhoud gaan
Shahinaz voor haar tent in vluchtelingenkamp Bardarash in Irak

‘Wonen in een tent is ontzettend zwaar’ 

Ze gebruiken dekens om zichzelf warm te houden in de winter. Als het regent, stroomt het water hun tent binnen. De Syrische Shahinaz Abd Al-Mohammad woont al meer dan twee jaar met haar kinderen in een vluchtelingenkamp. En dat valt haar zwaar. Heel zwaar.

Wonen in een kamp

‘Het water loopt zo naar binnen in onze tent’

In de zomer is het er ontzettend heet; in de winter vreselijk koud. De 54-jarige Shahinaz ontvluchtte haar woonplaats Ras al-Aïn in Syrië halsoverkop vanwege levensbedreigend geweld. Sindsdien woont ze met haar kinderen in een tent, in vluchtelingenkamp Bardarash in de Koerdische regio in Irak.

“Als het regent, stroomt het water van alle kanten onze tent binnen”, vertelt Shahinaz, terwijl ze plaatsneemt op een oude kerosine ton. Meubels zijn er niet in haar huis: een witte UNCHR tent, verstevigd met wat extra zeilen. De tent van Shahinaz staat vlak naast een afwateringsgoot die de regen naar een lager gelegen punt zou moeten leiden. Die goot overstroomt heel snel; haar standplaats staat dan ook zomaar vol water.

Shahinaz op een oude kerosine ton, bij gebrek aan meubels

De onrust en vermoeidheid zijn in haar ogen af te lezen. Na twee jaar en drie maanden in het kamp is Shahinaz ten einde raad. “In de zomer is het ontzettend heet hier, en in de winter vreselijk koud. Gelukkig hebben we tapijten gekregen, als isolatie voor de vloer. Maar brandstof voor de verwarming hebben we niet. We gebruiken dekens om ons zelf warm te houden.”

Lerares

Het vluchtelingenkamp Bardarash werd oorspronkelijk opgericht voor de opvang van Iraakse vluchtelingen uit Mosul, die in 2014 de Islamitische Staat (IS) ontvluchtten. Sinds oktober 2019 is het heropend om mensen op te vangen die op de vlucht sloegen toen Turkse troepen Syrië introkken. Zo ook Shahinaz, haar dochter (18) en twee zoons (19 en 21). Zij woonden in Ras al-Aïn, bijna letterlijk op de Turkse grens.

Shahinaz werkte daar als lerares. “We moesten vluchten vanwege een gevaarlijke situatie. We waren bang voor ons leven en dat van onze kinderen. Mijn ene zoon was op dat moment niet thuis. We moesten erop vertrouwen dat we hem later weer zouden zien. Gelukkig kon hij afgelopen oktober ook naar het kamp komen.”

Het was een angstige tocht, herinnert ze zich. “We waren ontzettend bang. Grensovergangen zijn eng. Er waren daar heel veel mensen; sommigen konden hun reis niet eens afmaken. Wij wilden gewoon weg!”

Werkloos

Aanvankelijk overheerste de opluchting, maar na zo’n lange tijd in een uitzichtloze situatie weet Shahinaz niet meer hoe het verder moet. Werken buiten het kamp is voor vluchtelingen niet toegestaan. “Op dit moment is mijn grootste belemmering dat ik niet kan werken. Ik heb hier in het kamp nog geen kans kunnen krijgen om te onderwijzen. We willen zo graag een kans om bezig te zijn en ons te kunnen ontwikkelen.”

Ze maakt zich nog meer zorgen over haar kinderen. “Mijn dochter is nog jong. Maar ze zit hier al twee jaar werkloos. Dit geeft haar heel veel psychische druk. We zijn blut. We hebben niet eens een televisie of koelkast. We hebben niks. We gebruiken water uit de tanks om te drinken. Er is geen inkomen om iets mee te kopen.”

Shahinaz en haar kinderen zijn blij met de spullen die ze van ZOA krijgen om de winter door te komen. “We leggen ons geloof en onze hoop in jullie handen, om ons te helpen. Om een oplossing te vinden voor deze problemen.”

Shahinaz in haar tent

Samen willen we er zijn voor gezinnen als die van Shahinaz door te zorgen voor bijvoorbeeld winterkleding of een kachel met voldoende brandstof voor de hele winter. Help je mee?

Doneer en laat vluchtelingen niet in de kou staan