Overslaan en naar de inhoud gaan

ZOA wil spiraal van geweld doorbreken

Als je moet vluchten voor geweld en terreur, dan zit de angst er diep in. Voor nog meer geweld, voor de daders, voor elkaar. Veel vluchtelingen zijn getraumatiseerd door wat ze hebben gezien: moord, verkrachting en mishandeling. Hun verhalen spreken boekdelen. Maar ZOA is er. En helpt hen.

preventie als sleutelwoord

Drie manieren waarop ZOA slachtoffers van terreur helpt

Vlak voor de zomer verscheen het jaarlijkse Global
Trends Rapport van de Wereld Vluchtelingenorganisatie
(UNHCR). Hierin staat dat eind 2021 89,3 miljoen mensen op de vlucht waren voor oorlog, geweld, natuurrampen, vervolging; 8 procent meer dan een jaar eerder en ruim het dubbele aantal van 10 jaar geleden. Sindsdien hebben de Russisch-Oekraïense oorlog en andere noodsituaties, zoals in Afghanistan, het cijfer omhooggeduwd naar meer dan 100 miljoen.

Veel van deze vluchtelingen komen uit of bivakkeren in crisislanden waar ZOA werkt. Nu het aantal vluchtelingen alleen maar toeneemt, lijkt dit werk op dweilen met de kraan open. Corita Corbijn, ZOA-specialist op het gebied van vredesopbouw, herkent dat gevoel: “Het lijkt alsof we machteloos zijn. Maar dat is het mooie van ons werk: we zijn het niet. Droogte, armoede, het ontbreken van onderwijs, de gewoonte om met geweld problemen op te lossen: het zijn factoren die een ‘ideale’ voedingsbodem creëren voor conflicten. ZOA wil in plaats daarvan zorgen voor een vruchtbare bodem van hoop, herstel en perspectief.”

ZOA focust zich daartoe op vier pijlers: economische ontwikkeling, meer inspraak voor bijvoorbeeld jongeren en vrouwen, het oprichten van vredescomités - om te voorkomen dat geweld escaleert - en sociotherapie. In deze therapie leren mensen via groepsgesprekken en rollenspellen weer met elkaar praten, omgaan met hun conflicten, hun angst voor geweld, hun diepgewortelde wantrouwen en onverwerkte emoties. ZOA wil zo geweldsspiralen doorbreken. Preventie is dus het sleutelwoord bij humanitair werk in crisisgebieden. Irak is één van die landen.

Sociotherapie

Dagelijks leven in puin

Irak, het oude Mesopotamië, kent een rijke geschiedenis,
maar helaas ook één van conflicten, strijd en terreur. De opkomst van IS in 2014 zorgde voor een afschuwelijke situatie van angst en geweld. Miljoenen mensen ontvluchtten hun huis. Inmiddels is deze terroristische groep verzwakt, maar de schade aan steden en infrastructuur is gigantisch – de Iraakse stad Mosul is vrijwel geheel verwoest. Ook het psychisch leed van mensen is enorm.

Gevoelig voor geweld 

Op dit chaotische toneel hebben “kinderen en jongeren onze speciale aandacht”, zegt Sarah Raad Al-Heyalley, ZOA’s programmamanager in Irak. “In Irak is een hele generatie opgegroeid zonder (goed) onderwijs. Kinderen kregen bijvoorbeeld les op door IS-geleide scholen, waardoor ze ideeën uit het IS-gedachtegoed hebben meegekregen, of ze bleven thuis. Deze kinderen zijn getekend door geweld, spreken soms de taal van geweld en hebben veel stress en angst. Ze zijn daardoor kwetsbaarder voor ideologieën, die gewelddadig extremisme propageren.”

Kinderen Irak

Om daar iets tegen te doen, voert ZOA in Irak, samen met UNESCO, een onderwijsproject uit met de titel Preventing Violent Extremism (PVE). Leerkrachten en schooldirecteuren worden getraind om goed met kinderen om te gaan en hun eventuele, agressieve gedrag. Sarah: “In de klas leren kinderen bijvoorbeeld dat ze elkaar moeten helpen, elkaar niet moeten veroordelen, maar mogen luisteren en vragen stellen als: wat bedoel je daarmee?” Ook leren docenten kritischer te denken en hun leerlingen hierin te betrekken; het is immers niet per definitie waar wat iemand roept. Sarah benadrukt dat de PVE-training de leerkrachten eveneens enorm helpt. “Zij hebben immers zelf ook vaak te maken met trauma’s en frustratie. Daardoor kunnen ze erg boos reageren op kinderen in de klas. Door de training reageren ze veel vriendelijker, kalmer en met meer begrip. Dat heeft een positief effect op de kinderen en hun gedrag. Ook kunnen kinderen zich hierdoor beter concentreren.”

Het project is inmiddels een groot succes: zo’n 12.000 leerkrachten zijn al getraind. Eén van de leerkrachten is Jassem: “Ik was erg negatief naar kinderen van IS-strijders, ook al waren ze niet schuldig aan wat hun ouders deden. Maar met deze training zie ik in dat hardhandig optreden in de klas meer agressie oproept.” En Abdulaziz geeft toe dat zijn gedachten waren vervormd door die van IS. “Ik had het mis.” Mohammad zegt: “Ik veroordeelde de mensen die tijdens de bezetting van IS in de stad waren gebleven. Ik zei altijd dat ze niet het recht hadden om te spreken. Ik wil nu mijn excuses aanbieden. Ik heb niet het recht om over hen te oordelen.”

Verwoesting Irak

Veilige, kindvriendelijke plekken 

Naast de PVE-training maakt ZOA zich sterk voor het creëren van safe spaces (= veilige ruimtes) voor kinderen na terreur. Daar zijn sociale werkers actief die er simpelweg voor kinderen zijn, zodat ze kunnen vertellen over wat ze hebben meegemaakt. Ook zijn er individuele en groepsactiviteiten, die uitgaan van een holistische, gezinsvriendelijke en inclusieve benadering: kinderen met een beperking worden hierbij betrokken. Eén van de medewerkers vertelt: “Een 10-jarige jongen was bang was om ergens heen te gaan zonder zijn moeder of zussen, sinds hij de moord op zijn broers voor zijn ogen zag gebeuren. Maar nu komt hij zelfs alleen met de bus naar het centrum! Twee broertjes van 7 en 9 jaar, beiden met een spraakgebrek, vochten veel met elkaar. Maar geleidelijk aan zijn ze meer voor elkaar gaan zorgen. Ze sluiten zelfs vriendschap met andere kinderen.”

Doneer en help slachtoffers van terreur en geweld 

Met een gift van € 25 ontvangt bijvoorbeeld één kind een maand lang psychosociale hulp om zijn of haar trauma’s te verwerken.