Dit hoofdstuk van het adventsverhaal is onderdeel van de Adventsserie 2025. De afbeelding hierboven is gegenereerd met AI en niet gebaseerd op bestaande personen.
Adventsverhaal Hoofdstuk 1
In het eerste deel van het voorleesverhaal ontmoeten we Sasha en haar vriendin Lena. Ze wonen in Oekraïne, waar de oorlog is uitgebroken. Lees of luister je mee om te ontdekken wat ze meemaken?
Geschreven tekst hoofdstuk 1:
Sasha kijkt omhoog, een strakblauwe lucht groet haar terug en de zon hoog aan de hemel lijkt haar toe te lachen. Hoewel de zon schijnt, trekt Sasha haar muts iets verder over haar hoofd. Om haar heen zijn huizen bedekt met een laagje sneeuw. Ze maakt haar handen tot een kommetje en blaast erin. Het lijkt nog kouder dan een paar uur geleden. Toen had mama haar naar buiten gestuurd om een paar appels te kopen bij meneer Petrov, de groenteboer. Nu is ze op weg naar haar vriendinnetje Lena. Ze zijn bijna altijd samen als het kan. Waar Lena is, is Sasha en andersom.
Eerst rechts, dan links en aan het einde weer links. Sasha kan de route wel dromen. Ze heeft het al zo vaak gelopen. Het is niet ver van haar eigen huis. Toch zijn haar wangen rood van de ijzige lucht die tegen haar gezicht prikt en haar handen bijna bevroren als ze door de achterdeur naar binnen loopt bij de familie Novak.
“Hallo”, roept ze onder aan de trap. “Lena? Ben je thuis?” Van boven hoort ze de vertrouwde stem van haar beste vriendinnetje: “Wacht even, ik kom er zo aan.” Drie seconden later kraakt de houten trap onder het gewicht van Lena’s voeten. De laatste treden slaat ze over en met een sprong landt ze net voor de voeten van Sasha.
Lena pakt haar jas, doet een sjaal om en pakt haar handschoenen van de verwarming. Niet dat de verwarming de handschoenen warm heeft gemaakt, want stroom hebben ze al maanden niet bij Lena thuis. Het is niet het enige huis zonder stroom. Sinds het uitbreken van de oorlog in Oekraïne een paar maanden geleden zijn de prijzen voor stroom onbetaalbaar geworden voor de inwoners van het kleine dorpje. Ook hout voor in de haard is bijna niet te vinden.
Lena’s vader is vanochtend vroeg al langs geweest bij het huis van Sasha. Daar haalde hij haar vader op. Sasha weet waar ze heengaan, dat had haar moeder verteld toen ze ernaar vroeg. Naar de bossen dichtbij, net over de rivier. Met een paar mannen uit het dorp hakken ze daar wat bomen om en maken er brandhout van. Zo kunnen ze deze winter toch een beetje opwarmen. Maar wel met gevaar voor eigen leven, want aan het begin van de oorlog zijn er mijnen neergelegd door de vijand, had mama uitgelegd.
Een paar dagen geleden was één van de mannen, meneer Ivanov, luidschreeuwend teruggekomen. Sasha en Lena waren samen op het geluid afgekomen en zagen dat meneer Ivanov op zijn rechterbeen hinkte. Toen ze dichterbij wilden komen om te kijken wat er aan de hand was, had Lena’s moeder hen tegengehouden en ze terug naar huis gestuurd. “We willen kijken wat er is gebeurd”, stribbelden ze nog tegen. Maar de gezichtsuitdrukking van mevrouw Novak zei genoeg. Die strenge ogen kenden Lena en Sasha maar al te goed. Nee zeggen tegen zo’n blik betekende dat Lena Sasha zeker weten een week niet mocht zien en dat Sasha het er niet beter vanaf zou brengen. Iedereen kende elkaar en Sasha’s moeder zou zeker horen dat ze niet geluisterd had naar Lena’s moeder.
Balend draaiden ze zich om, terug naar het huis van Lena. Sasha keek stiekem nog even over haar schouder en wist bijna zeker dat ze het zag. De linkervoet van meneer Ivanov liet rode vlekken achter in de witte sneeuw.
Die avond in haar bed kon ze aan niks anders denken dan die vlekken in de sneeuw. Een dag later zag ze meneer Ivanov lopen met een groot verband om zijn linkervoet. Zie je wel, dacht ze bij zichzelf, ze had het dus toch goed gezien. Ze hoopt maar dat haar vader vandaag veilig terug zal keren.