“In de landen waar we werken worden mensen met een beperking vaak niet erkend als volwaardig lid van de gemeenschap, zelfs niet door hun familie”, vertelt Bob van Dillen, ZOA-coördinator van het programma We are Able!, dat uitgevoerd wordt in Ethiopië, Uganda, Sudan, Zuid-Sudan, Burundi en DR Congo. “Ze worden door hun familie gezien als een schande of zelfs als ‘vloek’: mensen die tot niets in staat zijn. Het gevoel er niet bij te mogen horen, laat diepe sporen na.”
Daarnaast beperken discriminatie en uitsluiting ook nog eens hun toegang tot bijvoorbeeld basisvoorzieningen en onderwijs. Veel kinderen met een beperking kunnen niet naar school, omdat ze letterlijk de afstand niet kunnen overbruggen; ze worden niet of nauwelijks geholpen met transport, met krukken of een rolstoel.