Overslaan en naar de inhoud gaan
Bob van Dillen

Bob van Dillen over het project We are Able!

Ieder mens verdient een waardig leven. Toch hebben wereldwijd mensen met een beperking te maken met stigma’s en uitsluiting. Daarom voert ZOA samen met andere organisaties het project We are Able! (WaA!) uit, om de maatschappelijke positie van mensen met een beperking in zes landen in Afrika te versterken.

We are able!

’Dat je er niet bij mag horen, laat diepe sporen na’

“Doordat ik een beperking heb, werd ik vroeger opgesloten achterin het huis. Mijn familie schaamde zich voor mij. Maar nu hoor ik bij de gemeenschap, kan ik naar school en word ik niet meer uitgescholden. Ik help met het verzorgen van de geiten en het verstellen en repareren van kleren”, vertelt Kimea (27) uit Ethiopië.  

“In de landen waar we werken worden mensen met een beperking vaak niet erkend als volwaardig lid van de gemeenschap, zelfs niet door hun familie”, vertelt Bob van Dillen, ZOA-coördinator van het programma We are Able!, dat uitgevoerd wordt in Ethiopië, Uganda, Sudan, Zuid-Sudan, Burundi en DR Congo. “Ze worden door hun familie gezien als een schande of zelfs als ‘vloek’: mensen die tot niets in staat zijn. Het gevoel er niet bij te mogen horen, laat diepe sporen na.”

Daarnaast beperken discriminatie en uitsluiting ook nog eens hun toegang tot bijvoorbeeld basisvoorzieningen en onderwijs. Veel kinderen met een beperking kunnen niet naar school, omdat ze letterlijk de afstand niet kunnen overbruggen; ze worden niet of nauwelijks geholpen met transport, met krukken of een rolstoel.  

Achteraan de rij 

Ook op het gebied van voedselzekerheid staan mensen met een beperking in de zes Afrikaanse landen vaak met 1-0 achter. Landbouwopbrengsten zijn onzeker, onder meer door klimaatverandering en daardoor onvoorspelbare regens. Sowieso is voldoende, betaalbaar voedsel voor veel mensen in landen als Uganda, Zuid-Sudan en Ethiopië al best een probleem. Veel meer mensen lijden dan ook onder droogte en tekort aan voedsel in deze landen. “Maar mensen met een beperking staan altijd achteraan de rij”, stelt Bob. “Juist door de stigma’s worden zij vaak over het hoofd gezien en niet menswaardig behandeld.” Het WaA!-project richt zich daarom op de armsten en meest kwetsbaren, zodat ze met een klein steuntje in de rug wel degelijk kunnen deelnemen aan de samenleving, binnen hun gemeenschap en familie.   

metaalbewerker

Stem die wél meetelt 

We are Able! richt zich naast bewustwording op het oprichten en versterken van organisaties van mensen met een beperking. Recent reisde Bob naar Ethiopië om verschillende projectgebieden van WaA! te bezoeken. Daar zag hij wat het met mensen doet als zij meetellen binnen hun gemeenschap. “Ik werd getroffen door de kracht en het enthousiasme om hun eigen situatie te verbeteren. Mensen die hun hele leven waren afgewezen, soms zelfs uitgescholden en geslagen, vonden steun bij elkaar. Ze waren daardoor in staat om hun toekomst in handen te nemen en mee te praten over praktische verbeteringen in hun situatie. Zo laten ze zelf zien: We are Able!” 

ZOA wil ook de positie van mensen met een beperking versterken door hen actief te betrekken bij beleid en wetgeving op de plekken waar zij wonen. Bob vertelt dat in de provincie Harar in Ethiopië voor het eerst  twee mensen met een beperking, waaronder iemand met lepra, lid zijn geworden van de lokale gemeenschapsraad. “Dat heeft een hele symbolische waarde voor mensen in de gemeenschap en vooral voor mensen met een beperking. Deze raadsleden doen bijvoorbeeld voorstellen om lokaal transport gratis te maken voor mensen met een beperking, zodat vervoer voor iedereen toegankelijk wordt. Zo kunnen ze zonder extra kosten voedsel kopen op de markt.” 

We are able

Eigen inkomen 

Het hebben van een inkomen en voedsel is voor mensen met een beperking eveneens belangrijk. “Als zij niet in staat zijn om gewassen te telen of in een eigen inkomen te voorzien, zijn ze overgeleverd aan de goede wil van de gemeenschap”, zegt Bob. Daarom zet We are Able! in op inkomens- en voedselzekerheid. Bob sprak onder andere met Tigist, voor wie het project een enorm verschil heeft gemaakt. Zij heeft trainingen gevolgd en heeft nu haar eigen haar- en beautysalon geopend. De zaken gaan goed: ze heeft vijf werknemers om het groeiende aantal klanten te helpen met bijvoorbeeld haarvlechten. Tigist vertelt: “Ik verdien nu niet alleen een inkomen voor mijn gezin, maar ik ben ook in staat om elke week te sparen. Daarnaast ben ik voorzitter van de lokale organisatie voor vrouwen met een beperking, zodat ik hun belangen kan behartigen.”  

Badrani stond er helemaal alleen voor toen haar kind ter wereld kwam. Haar man had haar namelijk verlaten. Door de bevalling leerde ze veel over moeder- en kindzorg voor vrouwen met een beperking. Door een training kreeg ze bovendien zelfvertrouwen om als vroedvrouw te gaan werken. “Ik kan nu mijn kennis en ervaring delen met vrouwen die net als ik een beperking hebben. Ik vind het heel fijn om hen te mogen ondersteunen tijdens en na de bevalling – steun die ikzelf niet heb gekregen.” 

Lees meer over We are Able!

Badrani