Maar nu, vijf jaar later, ziet haar leven er totaal anders uit. Ik tref moeder en dochter op een warme zaterdagochtend onder de schaduw van een boom, niet ver van het vluchtelingenkamp waar ze vijf jaar geleden arriveerden. Het gaat goed met ze. Ze hebben een eigen handeltje en maken en verkopen masa, een traditioneel gerecht.
Sinds ik bij ZOA werk, heb ik vaak verhalen zoals dat van Habiba gehoord. Haar vlucht naar veiligheid begon met niets anders dan de hoop om haar kinderen te redden. In het vluchtelingenkamp overleefde ze door wilde groenten te plukken om haar gezin te voeden. Dat viel niet mee. De hulp die ze van ZOA kreeg in de vorm van contant geld, was levensreddend. Daarmee kon Habiba wat voedsel en kookspullen kopen.