Restaurant
Melishews wieg staat in het kleine bergstadje Debark in Amhara, op zo’n 2800 meter hoogte. Op haar achttiende besluit ze naar de aansluitende regio Tigray te reizen om daar een baan te zoeken. Ze laat een gehandicapte zoon bij haar moeder achter. Melishew komt terecht in een stadje met een groot militair kamp, dat ook wel het China-kamp wordt genoemd. Vroeger woonden hier namelijk veel Chinezen die in Tigray wegen aanlegden. In dit kamp begint Melishew een restaurantje. Ze verkoopt koffie, thee en brood. Van haar inkomsten kan ze ook elke maand een bedrag naar haar moeder sturen. Melishew trouwt met een militair en krijgt twee kinderen. “Mijn leven in Tigray was goed. Elke zondag ging ik naar de kerk en ik kon mijn kinderen, inmiddels 13 en 4 jaar, goed onderhouden.”